maandag 12 mei 2014

De donkere kant van perfectie


Wanneer is je schilderij of illustratie af? Ik dacht altijd dat het gewoon een kwestie zou zijn van werken en verbeteren, tot je vindt dat het goed is. Klinkt heel makkelijk en logisch. Maar wat gebeurt er dan als je het nog niet goed vindt? Betekent dat dat het dan dus nog niet klaar is? Is dat nog steeds zo als je het steeds maar weer niet goed vindt? Of zou het dan misschien wel aan jezelf kunnen liggen en ben je gewoon te onzeker?

Het kan best zijn dat je net als ik streeft naar een soort fictieve perfectie die dus altijd onbereikbaar zal blijven omdat hij niet bestaat.  In die gevallen is het zaak om te beseffen wanneer dat het geval is om vervolgens te accepteren dat het o.k. is. Doe je dat niet dan zal je altijd ontevreden blijven.

‘’Don’t let the perfect be enemy of the good’’-Voltaire

Met andere woorden; in plaats van jezelf te pushen tot het ‘perfect’ is en daardoor nergens te komen, kun je het beter accepteren als iets ‘goed’ is. Het is net iets anders dan de uitspraak “goed genoeg is ook goed genoeg”. Omdat Voltaire ook aangeeft dat die streef naar perfectie je vijand is en je dus juist in de weg kan zitten en je zelfs verlammen.

Dit geldt natuurlijk niet alleen voor ontwerpen. Als het je lukt om in het algemeen te werken en zelfs te leven volgens de uitspraak van Voltaire, ben je productiever en zorgt het ook voor veel meer innerlijke tevredenheid.

Een voorbeeld van  Gretchen Rubin: “toen ik een iemand vertelde dat mijn goede voornemen was om mijn vrienden verjaardag-emails te sturen, zei zij “je kan beter bellen, dat is veel leuker!”. Dat is wel waar, maar ik haat bellen, dus ik zal ook niet bellen. Wat ik wel doe is een email sturen”. Beter iets dan niets dus en daarmee tevreden zijn. Het is zelfs zo dat als je de lat te hoog legt  de kans groot is dat je het niet eens doet. Perfectie kan namelijk een vernuftig excuus zijn om iets gewoon helemaal niet te doen.

Misschien niet voor iedereen herkenbaar, maar voor mij wel in ieder geval.


Zo ben ik al tijden af en toe bezig aan een illustratie van Den Bosch, waarvan ik nooit weet of het nou wel of niet af is. Ik ben wel tevreden, denk ik, maar heb niet het gevoel dat het perfect is.

Op die manier streven naar perfectie is iets wat steeds terugkomt in alles dat ik in mijn leven doe. Perfectionistisch zijn klinkt als een leuke eigenschap, maar zit me vaak enorm in de weg. Het betekent namelijk niet dat ik alles perfect kan, maar wel dat ik eindeloos ontevreden kan zijn.

Maar als een ontwerp de kwaliteiten heeft waarvan ik wil dat het het heeft, zou ik gewoon tevreden mogen zijn. Dus om mezelf te helpen bombardeer ik deze illustratie dan ook als ‘’af’’. Gewoon omdat het ook goed zo is. Dat betekent niet dat ik er niet mee verder ga door hem bijvoorbeeld te gaan zeefdrukken. Maar als ik gewoon tevreden kan zijn met het ontwerp is dat een eerste en daarmee belangrijke stap om de perfectie geen vijand meer te laten zijn.


vrijdag 7 februari 2014

Everything's not lost


En net wanneer je denkt gewoon niet meer te kunnen ontwerpen en bloggen, lukt het ineens wel weer.

Wat een struggles had ik de afgelopen tijd qua motivatie om te ontwerpen zeg.

Ik heb bijna 2 jaar een ontzettend leuke vaste baan, maar de verspreiding van de hoeveelheid dagen over de week veranderde nogal eens. Sinds kort werk ik vier aaneengesloten dagen, waardoor ik dus ook 3 dagen op rij heb om te kunnen ontwerpen. Daar ben ik erg blij mee en het was een fantastisch en efficiënt plan in theorie.

Maar in de praktijk bleek het toch niet te werken en dat frustreerde me mateloos. Op het moment dat ik vrij was en de hele dag de tijd had, kreeg ik mezelf toch niet zo ver om te gaan ontwerpen. Ik had er gewoon echt geen zin in. Belachelijk vond ik dat van mezelf, ik was flink teleurgesteld in mijn zelfdiscipline en twijfelde of ik ontwerpen überhaupt nog wel leuk vond aangezien het steeds niet lukte mezelf te pushen.

Tijdens mijn vaste baan stuur ik onder andere het bezorgteam van de woonwinkel aan en toen een paar weken terug een van de jongens vrij was, hielp ik de ander met een paar bezorgingen. Ik sprak in de auto met hem over mijn ontwerpfrustraties en vertelde dat als ik mijn maandelijkse treinrit naar Leeuwarden maak, het dan wel altijd lukt. Ik legde hem uit dat ik dat totaal niet begreep, maar hij antwoordde zo simpel en zo doeltreffend dat ik er even stil van werd. Hij zei dat het helemaal niet raar is en het komt door een afgebakende tijd. Ook wel de omgeving zoals ik vermoedde, maar vooral de afbakening van tijd: Je weet dat als je instapt je 2 uur de tijd hebt. Klaar. Dat werkt.

Waarom heb ik daar nooit eerder aan gedacht?! Kaders hebben mij op de opleiding ook altijd geholpen. Op het moment dat ik een opdracht kreeg waarbij alles mocht, liep ik vast. Kaders helpen me richting te geven en vervolgens kon ik natuurlijk juist de grenzen opzoeken en ze eventueel zelfs doorbreken. Een afgebakende tijd klonk dus ook direct zo logisch. Vreemd dat ik me dat nooit eerder beseft heb.

Ondanks die realisatie bracht ik het niet direct in praktijk. Maar nu op mijn vrije dag, terwijl ik over een aantal uur op wintersport ga, vind ik mezelf ineens achter mijn laptop heerlijk aan het ontwerpen. Ik heb er niet eens over nagedacht, het gebeurde gewoon.

Ik moet mijn tas nog inpakken, de was opruimen, het huis in orde maken, vakantieboodschappen doen en eerlijk is eerlijk; mij zelfs nog aankleden.

Maar ik ga zitten, open een leeg Illustrator-document en begin aan een illustratie. Ik voel de tijdsdruk en het voelt heerlijk. Alles lijkt vanzelf te gaan. Ik denk niet eens na, het ontstaat gewoon, net als de letters die ik nu typ. In een razend tempo is de illustratie af en ik voel me top!

En hoewel ik voor mijn gevoel dit soort momenten nog niet echt onder controle heb, ben ik weer een inzicht rijker en een frustratie armer.


Tijd voor een onbezorgde wintersport!

Ps.
Zoals ik samen met Marc een serie metalen vogels verspreidde door Utrecht omdat ze anders weggegooid zouden worden, zo neem ik op wintersport ook een verkeerde druk van pinguïns-buttons mee om ze door Oostenrijk te verspreiden. Volg het net als vorig jaar op mijn Facebookpagina als je nieuwsgierig bent geworden.

woensdag 4 september 2013

Jammer?

Iedereen die artiest is, in welke vorm dan ook, zal regelmatig afgewezen worden, maar zodra het gebeurt is het toch altijd weer jammer. Én ergens goed voor.

Ik zat bij de 10 gekozen kunstenaars die hun idee voor het Kinderboekenbal ’13 mochten presenteren aan de organisatie. Een ontzettend leuke manier, want je ziet ook elkaars ideeën en de sfeer is altijd goed omdat je elkaar snapt, je zit in hetzelfde schuitje. Eigenlijk weer zoals ik al eens eerder vergeleek, zoals Idols, maar deze keer dan de finale. Met zelfs overeenkomstige woorden als: ‘je zit bij de laatste 10 en dat alleen is al een prestatie op zich, je kunt met opgeheven hoofd het strijdtoneel verlaten als je niet door bent’.

Ratio en gevoel botsen altijd even kort op het moment dat je wordt afgewezen. Want de wijze woorden besef je wel, maar toch is het balen. Lang duurt die strijd echter niet, vrij snel overwint de ratio het en sleept mijn gevoel daar in mee. En uiteindelijk resulteert dat in een soort energieboost en juist een positief gevoel dat iets loopt zoals het loopt.

Ik ben ervan overtuigd dat deze specifieke afwijzing goed is om twee redenen. De eerste is dat ik een toelichting heb gekregen op welk punt ik ben afgewezen en welke punten juist wel goed waren. Dat is erg fijn, omdat ik van dat commentaar gebruik kan maken voor een nog betere pitch voor het volwassen boekenbal bijvoorbeeld. Mijn ultieme droom eigenlijk als volgende project, met dezelfde organisatoren. Met de aanwijzingen maak ik wellicht wel meer kans op deelname dan dat ik dat had zonder, had ik zo bedacht.

Het tweede positieve dat ik uit de afwijzing haal, is dat het me weer een lekkere ontwerp-boost heeft gegeven. Weer bezig zijn met (de voorbereiding van) een project  geeft me een heerlijk gevoel. Ik kan weer antwoord geven als me wordt gevraagd waar ik momenteel aan werk. Ik kan mijn creatieve energie weer gericht ergens in kwijt en zodra ik bezig ben met één project, gaan de radars weer draaien waardoor volgende projecten ook ineens op gang komen.

Zo was ik ondertussen (tussen het inleveren van het idee en de uitslag) ook bezig met eigen ontwerpen. Een illustratie van een icoon van Den Bosch, die uiteindelijk deel moet gaan uitmaken van een hele grote illustratieve kaart van de stad.

Maar ook met een 3e Add-on combinatie van een jungle achtergrond, met leeuw/tijgertjes als buttons. De achtergrondafbeelding zal dit keer door middel van een zeefdruk op linnen tasjes worden gedrukt. Vorige keren verkende ik de grenzen van de flock druktechniek en ging er doelbewust overheen. Nu wil ik ook weer alles uit deze druktechniek halen, door gebruik te maken van een halftone techniek.

Halftone is een soort raster, opgebouwd uit stippen. De afbeelding wordt geprint in slechts één kleur inkt, maar de stippen variëren in grootte of densiteit, waardoor er een optische illusie ontstaat van een donkerdere of lichtere kleur. Natuurlijk is dat ook toe te passen met primaire kleuren stippen, waarbij de werking van de menselijke hersenen maakt dat er een secundaire kleur ontstaat, zoals men deed in het pointillisme. (Door gele en blauwe stippen te gebruiken, ontstaat er een optische illusie van groen bijvoorbeeld). Ik zal me in mijn project echter beperken tot één kleur uiteindelijk. En ben daar weer heerlijk mee aan het schetsen op het moment.

Als de afwijzing ervoor heeft gezorgd dat ik nu mijn tijd besteed aan deze projecten en daarbij ook nog eens meer kans heb op deelname aan het volwassen boekenbal, dan denk ik dat ik er misschien wel meer uit heb gehaald, dan dat ik wel door was geweest naar het ontwerpteam.

zaterdag 3 augustus 2013

Een stad 'mijn' stad maken

Mijn moeder vertelde me altijd hoe Gerard Joling voordat hij echt bekend werd er keihard aan werkte. Niet door alleen te trainen en dan wachten of hopen dat hij werd ontdekt, maar door zich gewoon overal te laten zien. Uiteindelijk wordt je natuurlijk vanzelf bekend als je constant overal maar bent. Ze vertelde dat bij elke talentenjacht of muziekfeestje in de buurt hij wel was. Dat iedereen inmiddels zoiets had van “ohnee heb je hem ook weer”, maar dat men dus wel wist wie hij was en wat hij deed.

'Wat de ene Schagernees kan, kan de ander ook' had ik bedacht. Maar dan in Den Bosch en op design gebied. En niet precies hetzelfde hoor, minder negatief natuurlijk en die voorgrond positie zou ik ook heel ongemakkelijk vinden. Maar iets in zijn verhaal trekt me wel. Ik zou dat ook kunnen doen: op elk design/cultureel event aanwezig zijn en/of er op een bepaalde manier mee betrokken zijn. Dat je er vanuit kan gaan dat als er een design evenement is in de stad, dat het vanzelfsprekend is dat ik er ook ben. Bekend of gekend worden heb je immers gewoon zelf in de hand. Of mensen mijn werk ook wat vinden staat daar los van.

Maar voordat ik me overal mee bemoei wilde ik me eerst wat voorzichtiger mengen in Den Bosch en de stad leren kennen. Vrij simpel, zoals je dat altijd doet bij een nieuwe omgeving, zo fiets ik elke keer een andere route naar dezelfde bestemming, of stap ik straatjes is die ik niet ken om te zien waar ik dan uitkom. Zo skate ik steeds een ander rondje naar de omliggende dorpjes en maak ik gretig gebruik van steeds een ander recreatie/natuurgebied.

Maar ook wat structureler, zoals mijn flexplekken-test natuurlijk, maar ook door het bezorgen van de post, de regionale bladen door te spitten, me in te lezen over Den Bosch op cultureel gebied en natuurlijk de toeristische attracties te bezichtigen.
Laatst volgde ik een lezing in de Verkadefabriek o.a. over gerealiseerde community art achtige projecten in Den Bosch. Dat bleek in de wijk te zijn waar ik zaterdags de post bezorgde. En zo ontstaan er vanzelf steeds meer verbindingen met de stad.

Toen ik de keus had gemaakt om naar Den Bosch te verhuizen, had ik al gekeken hoe ik me kon verbinden aan de stad. Dat vond ik meteen: Het museumkwartier zou open gaan voor het publiek, ongeveer anderhalve maand na onze verhuisdag. Op het moment dat ik het museum benaderde woonde ik zelfs nog in Utrecht, maar ik moest en zou dat van dichtbij meemaken. Zo’n aanwinst voor de stad, zo modern en zo’n culturele trekpleister, daar wilde ik bij zijn. En dus ben ik als vrijwilliger gaan werken in de gezamenlijke museumwinkel van het Noord Brabants Museum en het Stedelijk Museum ’s Hertogenbosch. We kregen rondleidingen in de musea die op dat moment nog aan het verbouwen waren. Elke keer zagen we het mooier worden en na de opening door Prinses Beatrix mochten we de eerste bezoekers ontvangen. Het Brabants Dagblad besteedde een week aan de twee musea, twitter ontplofte en de eerste dag werden er maar liefst 6.900 bezoekers ontvangen. De reacties zijn nog steeds lovend en om het allemaal van binnenuit mee te mogen maken is geweldig. (tip: de winkel en restaurant met tuin zijn vrij toegankelijk, dus ook leuk als je niet naar het museum gaat)

Er is nog veel meer te ondernemen om me te blijven ontwikkelen hier en ik zal er dan ook met alle plezier mee doorgaan. Gevolg is wel dat alles waar ik een passie voor heb of ontwikkel dat in mijn hoofd zit, zich uit in (grafische) uitingen. Zoals ik vroeger de personen schilderde die in mijn hoofd zaten, volgen de add-on kaartjes nu vaak mijn leven. Het duurt niet lang meer of Den Bosch zal verschijnen in mijn werk. Liefde ontwikkelen is iets moois, maar pas als je het ook kan uitdragen geeft het echt voldoening.

woensdag 15 mei 2013

Gratis Flexplek(ken) in Den Bosch

Een van mijn manieren om Den Bosch te leren kennen is het zoeken naar plekken waar ik lekker kan werken met mijn laptopje. Een flexplek dus, maar dan wel gratis.

In Den Bosch zijn er net als in Utrecht weer fantastische plaatsen als Seats2meet en de Koffiebrandery, waar je een plek kunt huren om te werken of te vergaderen. Maar net als in Utrecht is het nadeel voor mij dat je daar voor moet betalen, maar vooral ook dat de openingstijden nogal beperkt zijn. Dus startte ik mijn zoektocht naar een alternatieve werkplek.

(Half augustus experimenteerde ik al met werken op zo’n soort flexplek in Utrecht, maar dan zonder internet. Dit om de productiviteit te vergroten en dat werkte ontzettend goed. Ik heb het nog steeds nodig om ergens anders dan thuis te werken, maar het is wel zo handig om zo nu en dan internet te kunnen gebruiken natuurlijk.)


Ik ben dus aangewezen op plekken die vrij toegankelijk zijn en waar gratis Wifi is. Het lastige daaraan is, dat ik het heel belangrijk vind dat ik er niet wordt weggekeken als ik mijn laptopje open klap. Werken op een plek als deze kan als bezwaarlijk worden ervaren, omdat ik nou niet bepaald voor hun omzet zorg. Ik hou uren lang een plek bezet (of 4 plekken op het moment dat ik dit typ), terwijl ik slechts een paar kopjes koffie drink en misschien een broodje als ze geluk hebben. Daarbij dragen al die typende freelancers op een rij nou ook niet echt bij aan een gezellige sfeer. Dat besef en respecteer ik wel, dus mijn ideale flexplek moet aan de grote kant zijn zodat ik niet in de weg zit. Hierdoor vallen automatisch het Douwe Egberts café en Bagels & Beans af om te werken.


Mijn voorkeur is verder zelfbediening of een trage-af-en-toe-eens-langskomende-bediening, zodat ik niet stuiter van mijn 6e kopje koffie na een uurtje werken omdat ik me verplicht voel steeds iets te bestellen. Tot slot zijn openingstijden buiten kantooruren belangrijk, omdat dat juist de tijden zijn dat ik vaak werk.


Hieronder mijn ontdekkingstocht naar gratis flexplekken met Wifi:

V&D
(La Place-café)

Aantal flexwerkers: 2

Stroomvoorziening: als je het juiste tafeltje kiest heb je een stopcontact op tafelhoogte.
Toilet: betalen
Openingstijden buiten kantoortijden: Donderdagavond tot 21.00 en op zaterdag de hele dag. Op koopzondagen geopend van 12.00 tot 17.00.

Geluid: Zachte muziek, winkelende dames, de keuken en af en toe wat kinderen.

Indeling: De volledige bovenste verdieping is restaurant, met een mogelijkheid tot buiten zitten op het dakterras als het weer het toe laat. Ruime indeling met keuze uit 2 of 4 persoonstafels, een grote leestafel of loungestoelen bij de open haard. Tevens heeft de ruimte een ruime U vorm met veel ramen, dus een plekje naar wens is altijd wel te vinden.

Catering: Volledige zelfbediening. Ruime keuze in koffie, drank, broodjes, gebak, ijs en avondeten. Alles uit eigen keuken.

Nadelen: Zo ruim dat het een beetje sfeerloos is en een nieuwe koffie halen of naar de wc gaan betekent dat je je laptop weer moet meezeulen (of achterlaten zonder zicht er op).

Conclusie: 8

Fijne, ruime indeling, zonder opdringerig gevoel. Qua eten ben je in alle gemakken voorzien, maar de winkelende families moet je wel op de koop toe nemen. Een beetje sfeerloos, maar wel een goede plek om de hele dag te kunnen werken als je dat zou willen.

De Bijenkorf
(Café B)

Aantal flexwerkers: 1

Toilet: betalen
Stroomvoorziening: Geen
Openingstijden buiten kantoortijden: Donderdagavond tot 21.00 en op zaterdag de hele dag. Op koopzondagen geopend van 12.00 tot 18.00.

Geluid: Rustig kletsende dames, op de achtergrond koffiekopjes en af en toe wat reclame-omroepberichten.

Indeling: Klein koffie-café achterin op de bovenste winkelvloer. Keuze uit 2 of 4 persoonstafeltjes met achterin een fijne hoek met comfortabele bank.

Catering: Bestellen bij de counter. Keuze uit koffie, drank en gebak.

Nadelen: Gebrek aan stroomvoorziening en eigenlijk maar 1 plek die echt heel fijn is.

Conclusie: 7

Mits het perfecte plekje vrij is het een prettig café om te werken. (Er is één perfect tafeltje om aan te werken; In de hoek aan het raam, mooi uitzicht, geen zicht van anderen op je laptopscherm, in de zon, achterin in een hoek, op de heerlijke bank met veel ruimte) Het gebrek aan stoomvoorziening maakt dat een volledige werkdag niet mogelijk is, maar voor een ochtendje werken is het goed te doen.

De Verkadefabriek
(café-restaurant)

Aantal flexwerkers: 6

Toilet: gratis
Stroomvoorziening: Op diverse plekken is er een stopcontact op de vloer.
Openingstijden buiten kantoortijden: elke dag open van 11.00 tot ongeveer 23.00.

Geluid: Lounge-/popmuziek en gezellig geroezemoes. Af en toe een oproep voor een voorstelling.

Indeling: Ruim, hip café met het restaurant achterin. Keuze in het café voor fauteuils, lange banken, de leestafel, de in het midden staande eettafels, een klein tafeltje 'achter' de bar of een plekje buiten.

Catering: Bestellen aan de bar. Keuze uit drank, koffie (semiautomatisch espressoapparaat!), lunch en diner. Ambachtelijk, duurzaam en verantwoord. Vaak via lokale/kleine boeren of bedrijven.

Nadelen: Vlak voor grote voorstellingen kan het er druk zijn.

Conclusie: 10

S
feervol, ruime keus aan verschillende (werk)plekken en een fijne akoestiek. Doordat er meerdere mensen zitten te werken, voel ik me helemaal op mijn gemak. De verantwoorde keuken, goede koffie, ongedwongen sfeer en ‘Berlijn-uitstraling’ in de voormalige koekjesfabriek, doet mijn hipster-hartje heel hard kloppen. 


Mijn topper is duidelijk. Ik zal er vanaf nu regelmatig te vinden zijn!